Bescherming van schuldeisers
Snelle en passende reacties binnen de tijd die uw situatie vereist.

Het vennootschapsrecht in moeilijkheden wordt gekenmerkt door de noodzaak van arbitrage tussen tegenstrijdige belangen. De verschillende schuldeisers hebben rechten, onder meer op betaling van hun vorderingen.
- Faillissement
- Gerechtelijke reorganisatieprocedure
- Bescherming van schuldeisers
- Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement
- Strafrecht van zakelijke aangelegenheden
Het bepaalt dat in geval van splitsing de begunstigde vennootschappen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor bepaalde schulden die opeisbaar zijn op de dag van bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akten waarin de beslissing tot deelname aan een splitsingsoperatie is vastgelegd, en die worden overgedragen aan een andere vennootschap die voortvloeit uit de splitsing.
Deze aansprakelijkheid is beperkt tot de nettoactiva die aan elk van deze vennootschappen zijn toegerekend.
Hieruit volgt dat, om de bescherming van hoofdelijke aansprakelijkheid te genieten, de vordering betrekking moet hebben op bepaalde en opeisbare schulden.
Het stelt schuldeisers in staat om in hun eigen naam handelingen aan te vechten die door hun schuldenaren zijn gepleegd in strijd met hun rechten. De schuldeiser moet het frauduleuze doel dat wordt nagestreefd door de vennootschap die gaat splitsen bewijzen, wat niet eenvoudig zal zijn als de operatie ook economisch verantwoord lijkt. In deze context biedt de Pauliaanse actie dus weinig bescherming aan de schuldeiser met een betwiste vordering.
Het gaat erom de verantwoordelijkheid van de leiders voor fouten van het management in twijfel te trekken, zelfs voor overtredingen van de wet. Een aansprakelijkheidsvordering tegen één of meerdere bestuurders (vaak natuurlijke personen) zal in veel gevallen onvoldoende zijn om betaling van de vordering zeker te stellen. Geschillen tussen commerciële bedrijven gaan vaak over grote bedragen en de in gebreke blijvende bedrijfsleider kan vaak niet voor betaling zorgen.
Deze procedure wordt alleen geopend in specifieke gevallen en geen enkele stemt overeen met wat het behoud van het pand van betwiste schulden mogelijk zou maken. Ook de situaties waarin een besluit van de algemene vergadering nietig kan worden verklaard, zijn limitatief opgesomd.
Ten slotte betreft het verzoek om voorlopige voorziening van de algemene vergadering van de betrokken vennootschap slechts de hypothese van een vermoeden van fraude. Bovendien zal, zelfs in het geval van een vermoeden van fraude, de vordering slechts gegrond zijn als de vennootschap die opsplitst deze splitsing niet kan verantwoorden vanuit economisch oogpunt.